Een lesje actuele klinische diagnostiek

In deze tijd (april/mei) worden we weer vaak geconsulteerd over specifieke problemen bij oude en bij jonge duiven! Daar waar we bij de oude duiven na zo’n viertal vluchten steevast met problemen van de voorste luchtwegen te maken hebben, zien we bij de jonge duiven vooral maagdarmproblemen.

Oude duiven actueel

De klacht is dat de duiven de eerste weken goed naar huis kwamen en behoorlijk prijs vlogen maar  na zo’n viertal vluchten het af laten weten. Lager prijspercentage, géén kopprijzen meer. Van de aan ons aangeboden oude duiven is dit bij circa 90% het actuele probleem. De voorste luchtwegen zijn ‘geïrriteerd’ en dat manifesteert zich in afstaande veertjes rond de oren (oortjes), rulle nekken (veertjes niet mooi aangesloten), vaak iets verkleurde neuzen en oogleden. Daar hoort ook in een later stadium bij dat ze minder dons gooien, niet meer spontaan willen baden en minder goed trainen. De duiven raken uit forme door deze ornithoseklachten van de voorste luchtwegen.

Als je zulke duiven door blijft spelen, wordt de conditie slechter en slechter met als gevolg dat je goede bewezen duiven kunt verliezen van relatief gemakkelijke vluchten.

Het is dus logisch dat je ze behandelt met geschikte geregistreerde middelen om ze snel weer in forme te brengen. Het probleem van deze zgn. ‘dikke koppen’ oftewel  ‘droog snot’, komt veel meer voor bij doffers dan bij duivinnen en meer bij jaarlingen dan bij oudere duiven. Dat is logisch want oudere duiven zijn hier al langer op geselecteerd dan jaarlingen en duivinnen hebben veel minder stress in de manden dan doffers.

In principe is de problematiek ook recht evenredig met het aantal duiven in de mand en het aantal dagen (nachten) mand. Kwestie van besmettelijkheid. In vijftig jaar is er weinig veranderd aan dit beeld en ik was bij het begin van mijn carrière al hierop geattendeerd door topmelkers als o.a. Piet Meevissen uit Meerssen en bijvoorbeeld Mari Auwers uit Lith. Grote kampioenen gedurende vele jaren met een verantwoorde medische begeleiding. Ook persoonlijke vrienden die een aantal van onze thans geregistreerde diergeneesmiddelen voluit hebben getest. Een korte 3-daagse behandeling volstaat meestal om ze weer ‘op de rails’ te krijgen. En niet 14 dagen tot 3 weken lang zoals de Universiteit van Gent voorschrijft bij bijvoorbeeld Chlamydia-infecties.
Deze bacterie vormt een belangrijke factor in dit ornithosecomplex, samen met onder andere Mycoplasma’s, Haemophilus-bacterie en bijvoorbeeld streptokokken en stafylokokken. Soms ook gecompliceerd met E.coli bacteriën (overal aanwezig) en Trichomonas en Herpes.

Het koude wisselende weer speelt ook een rol bij dit ‘ziektebeeld’.
Klinisch zie je ook wel slijmdraadjes in de bek, soms natte ogen, droge pluimen, gapen, slikken etc. Het is meestal niet zinvol om laboratoriumonderzoek te doen, simpelweg omdat veel gezonde duiven gewoon ‘dragers’ zijn van de genoemde verwekkers. Pas als de evenwichten in specifieke immuniteit zijn verbroken, treden de problemen op.

Jonge duiven actueel

Hier zien we af en toe wat ornithoseklachten, maar ze zitten nog niet in de mand, dus valt dat allemaal we mee. Het grote probleem vormen hier de maagdarmklachten ten gevolge van Adeno-coli. Er werd een jaar of 8 geleden verondersteld dat circovirussen hierbij een belangrijke rol speelden, echter neigt de wetenschap nu te veronderstellen dat circovirussen op zich helemaal niets verontrustends doen, maar altijd samen gezien worden met alle bekende duivenziekten. Ze worden dus secundair actief en dat maar gedurende de eerste vier maanden van het duivenleven. Interessante theorie die ik eigenlijk al sinds vele jaren aanhang.

Adeno-coli syndroom

Het Adeno-coli syndroom bestaat al bijna 40 jaar. Niemand weet precies waarom het zo plotseling uitbreekt. Het heeft met grote zekerheid te maken met een plotselinge verandering van de darmflora. Een verandering van het milieu in de dunne darm, ten gevolge van onder andere stress waardoor allerlei E.coli bacteriën plotseling kunnen veranderen van ‘nuttige aanwezigheid’ tot ‘dodelijke agressor’ van de jonge duif.
In één nacht tijd is plots de volgende ochtend meer dan 50% van de duiven ‘ziek’, braken, vieze ontlasting, groenbruin, slijmerig, althans dat was het beeld in het begin, zo’n 40 jaar geleden dus.
Thans is het allemaal wat milder geworden, dat wil zeggen minder aangetaste duiven, minder sterfte maar soms nog lastig te genezen ondanks uitstekende geregistreerde diergeneesmiddelen. Als een betrouwbaar, goed antibioticum na vier dagen nog niet aanslaat, moeten de duivenmelker en dierenarts in kwestie ernstig gaan vermoeden dat er meer aan de hand is dan Adeno-coli!! Vooral dient gedacht te worden aan Paramyxo.

Ik zet de klinische verschillen nog even op een rijtje.

Adeno-coli
Plotseling braken en vieze, groenige slijmerig-waterige ontlasting. De duiven hebben geen eetlust meer en drinken weinig. De volle kroppen water die je regelmatig kunt voelen bij dit ziektebeeld wil helemaal niet zeggen dat ze veel drinken, nee, dat is gewoon een krop die niet doorloopt en dat duidt op een ernstige darmontsteking. Een aantal jongen wordt doodziek en zal sterven tenzij je pijlsnel ingrijpt.

Paramyxo
Bij Paramyxo zien we ook vaak een snelle uitbreiding; doodzieke, suffe jongen die in het algemeen nauwelijks braken, vieze ontlasting, groen, waterig (slijmerig) produceren en veel drinken. De sterfte is sneller en massaler dan bij Adeno-coli. Ook zien we wat later vaak zenuwverschijnselen! Soms is het letterlijk dweilen met de kraan open!

Om het gecompliceerd te maken voor duivenmelker én dierenarts, zien we de laatste tien jaar regelmatig een combinatie van zowel Adeno-coli en Paramyxo. Helaas vaak niet op tijd onderkend en dus vaak een verkeerde diagnose en behandeling. Bij Paramyxo is ook een behandeling mogelijk en dat is onmiddellijk inenten, ook al waren ze eerder al geënt (tot 6 weken daarvoor). We hebben gevonden dat de incubatietijd in de praktijk tot wel 6 weken kan bedragen. Dat wil zeggen dat je dus tot 6 weken na de enting toch nog een PMV uitbraak kan krijgen. Maar steeds is het devies: snel opnieuw enten, dan kun je nog veel duiven redden.
Bij voorkeur met een waterig vaccin, dat werkt sneller en beter in dit soort gevallen.

Bij goed navragen van de symptomen kan de dierenarts met de nodige ervaring de diagnose stellen, van hier tot Tokyo.

BELGICA DE WEERD B.V. I Postbus 4607 I 4803 EP Breda I Nederland
T +31 76 560 02 22 I F +31 76 565 35 70 I info@belgicadeweerd.com I www.belgicadeweerd.com