Over hardnekkige misverstanden, verschil van inzichten  en eerlijke voorlichting in de duivensport

Aangezien ik met verbazing de onzin lees die sommige schrijvers, niet gehinderd door enige kennis van zaken, durven te verkondigen over duivengeneeskunde en medische begeleiding, vind ik het mijn plicht om de lezers en ook jongere dierenartsen te leiden door het doolhof van vastgeroeste, verkeerde ideeën en misvattingen.

In willekeurige volgorde noem ik wat zaken op die mij mateloos ergeren vanwege de hardnekkige onjuistheden.

Hardnekkige onjuistheden

“Scheefvliegers in ’t vliegseizoen zijn een gevolg van spierbeschadigingen”??
Antwoord: “Neen!!”

Het is geen spierprobleem maar een probleem van het schoudergewricht. Ik heb dat al zo’n 35 jaar geleden onderzocht en verkondigd. Het zijn, vrijwel zonder uitzondering, allemaal kleine beschadigingen (blessures) van de pezen en banden én het kraakbeen van het schoudergewricht. Deze feiten werden enkele jaren geleden bevestigd in een wetenschappelijk onderzoek in Duitsland, gepubliceerd in onder andere “Die Brieftaube”.
Gedurende vele jaren was de gangbare gedachte dat het een probleem was dat werd veroorzaakt door streptokokken. Deze zouden een spierontsteking veroorzaken die ook nog eens goed zichtbaar zou zijn door de huid naast het borstbeen. Dat was een onderzoek gepubliceerd door de Universiteit Gent (Faculteit Diergeneeskunde).

Welnu, ik kan u melden dat ik na meer dan 45 jaar, gespecialiseerd in duivengeneeskunde, ongeveer 5 keer (!) een streptokokkeninfectie in de borstspier heb vastgesteld!
Nu dat verhaal dus definitief naar het land der fabelen is verwezen, doemt er aan de horizon weer een nieuwe ‘theorie’ op: nu zou ook een groot aantal scheefvliegers het gevolg zijn van spierblessures…

Nou, vergeet het maar geachte lezer, u weet zelf wel hoe duiven met kapotgevlogen borstbeen c.q. spieren nog bewonderenswaardig netjes naar huis komen zonder scheef te vliegen! Vergeet dus streptokokken en spierblessures als oorzaak voor scheefvliegen en onthoud vooral dat het schoudergewrichtsproblemen zijn in alle gradaties! En dat betekent precies dat bij minder grote beschadiging de problemen vanzelf voorbijgaan door wat rust te geven gedurende een dag of 10, maar dat betekent ook dat bij ernstiger beschadiging de zaak nooit meer echt goed komt.  Met andere woorden: bij zwaardere belasting komen de problemen steeds weer terug. Het betekent ook dat al die goedbedoelde behandelingen eigenlijk zinloos zijn. Het enige wat kan helpen zijn de zogenaamde NSAID’s (pijnstillers en ontstekingsremmers) maar deze staan op de dopinglijst!

Het meest extreme geval van zo’n schouderblessure is de totale luxatie van het gewricht waarbij de vleugel aan de kapotte kant omhoogsteekt op de staart. Zulke duiven willen nog wel eens te voet naar huis komen. Middeltjes op basis van magnesium hebben natuurlijk géén enkele positieve invloed op het genezingsproces.

De mate van het scheefvliegen wordt bepaald door de verschillende stadia tussen een normaal gewricht (zie groene pijl) en totale luxatie (zie rode pijl)

Herpes type I en type II

Ander misverstand: “Herpes is een groot probleem bij onze duiven, vooral in het vliegseizoen”!?
Antwoord: “Neen!!”
Herpes is een virus dat bij heel veel duiven latent voorkomt, onze duiven zijn dan dus ‘dragers’ zonder dat ze ziek worden. Maar eerst wil ik een belangrijk onderscheid maken tussen de Herpes typen I en II zoals ik dat ook alweer 35 jaar geleden benoemd heb.

Type I komt voor bij oude en jonge duiven en doet eigenlijk helemaal niks bijzonders.
Type II echter, zien we uitsluitend bij jonge duiven en deze gaan vervolgens dood. Ze vertonen zeer specifieke verschijnselen (pathognomisch) en als je het één keer gezien hebt, vergeet je dat nooit meer!

Herpes type II

Herpes II

We zien jonge duiven die vanaf de leeftijd van circa 6 weken ‘ziek’ worden! In elkaar zitten, veren bol, niet eten, niet drinken en groene slijmerige ontlasting. De duiven krijgen aan beide kanten een ernstige ooglidontsteking gepaard gaande met pus en korstvorming (dichtgeplakte ogen) aan beide ogen. Verder gele losse vellen op de slijmvliezen van de mond- en keelholte, de slijmvliezen ter plaatse zijn knalrood en bloeden gemakkelijk. De arme diertjes sterven na plusminus 5 dagen, ze zijn reddeloos verloren. Als de dierenarts nou toevallig trichomonas vindt bij controle van het keeluitstrijkje en als hij dan veronderstelt dat de diagnose Trichomoniase (’t geel) is, dan zit hij er faliekant naast!! Helaas gebeurt dat regelmatig.
De juiste diagnose is natuurlijk Herpes type II.

Gedurende al onze onderzoeken is mij ook gebleken dat, als er een duifje doodgaat, heel vaak ook het nestmaatje het loodje legt, maar daar kunnen wel 6 weken tussen zitten, hetgeen voor mij betekent dat de jongen door de ouders besmet werden, zonder dat die ouders ook maar de geringste problemen hadden trouwens.

Gelukkig is deze Herpes II niet heel besmettelijk, het gaat langzaam van de ene op de andere over. Sommige ‘hokken’ hebben dit probleem jaar in jaar uit bij hun jongen. Al van het begin af aan zochten wij naar therapieën. We vonden één bepaald middel, zeer effectief om de verspreiding te stoppen en dat was een antibioticum en geen vaccin, want die werken niet tegen Herpes.
Hoe het mogelijk is dat dit antibioticum zo effectief voorbehoedend werkt is mij een raadsel. In de praktijk spuiten we waar nodig het hele hok jongen in met dit middel en de ziekte breidt niet verder uit.

Wetenschap

Toen ik in het begin dit soort zieke duiven opstuurde naar pluimveelaboratoria, werd er aanvankelijk (meer dan 35 jaar geleden) niets gevonden! Later vond men door verbeterde technieken Herpes! Voor ons duivenspecialisten  is het belangrijkste om de duiven te kunnen genezen! Wat de wetenschap er vervolgens voor etiket op plakt interesseert mij minder, bovendien veranderen zij regelmatig van inzicht. Ook erg interessant trouwens, daar heb ik eveneens de nodige voorbeelden van!

Ornithose

Dan nog wat over ornithoseproblemen in het seizoen. Zoals u uit mijn vroegere artikelen weet, is dat in ieder geval bij jonge duiven een soort internationale ziekte, dat wil zeggen dat op enig moment alle jonge duiven daar mee te maken krijgen, vooral als ze de kleine pluimpjes gaan ruien en later gedurende het vliegseizoen.
De verschijnselen zijn genoegzaam bekend. Van lekken, smekken, kopkrabben, vliesjes, natte ogen naar ‘one eye cold’ en tegenwoordig ook ‘two eye cold’, dit laatste vooral zo’n jaar of drie geleden! Allemaal heel besmettelijk en ook oude duiven kunnen dat zomaar krijgen, vooral bij ‘hoge infectiedruk’, vaker in het najaar!
Een aantal behandelingen wordt toegepast, allerlei soorten oogdruppels en de nodige antibiotica in het water, meestal helpt dat redelijk goed, maar bij hardnekkige ornithose met gezwollen oogleden, al dan niet gepaard gaand met snot, spuiten we de duifjes in en binnen enkele dagen is het probleem opgelost. Belangrijk is om te weten dat middelen als lincospectin en streptomycine (in Duitsland vroeger verkrijgbaar onder de naam CX60) niet goed werken! Nee, er zijn veel betere middelen die de problemen snel oplossen waardoor de duiven snel opknappen en dus in forme komen.

Circovirus

Circovirus is ook zo’n omstreden verhaal! Daarvan is eveneens gebleken dat het lang niet zo’n grote rol speelt bij jonge duiven als menig wetenschapper dacht. Het blijkt dat veel van onze jonge duiven gewoon drager zijn zonder probleem.
Ik herinner me de paniek nog toen dat virus voor het eerste werd gevonden bij duiven. Inmiddels is de storm geluwd en hoor je nauwelijks nog over circovirose, maar dat hadden wij op grond van klinische symptomen en eigen onderzoek al van meet af aan in de smiezen!

Hoop dat ik wat meer duidelijkheid heb geschapen in de wirwar van (des)informatie die u krijgt in artikelen maar ook via het internet!

BELGICA DE WEERD B.V. I Postbus 4607 I 4803 EP Breda I Nederland
T +31 76 560 02 22 I F +31 76 565 35 70 I info@belgicadeweerd.com I www.belgicadeweerd.com