Start van het seizoen 2021

 
Interessante medische gevallen

Na een betrekkelijk rustige winter met wat minder paratyfus dan ‘normaal’ verliep de kweek over het algemeen ook redelijk goed. Toch maakten we weer een aantal interessante medische ‘gevallen’ mee die ik u niet wil onthouden omdat ze bijzonder én leerzaam zijn.

Geval 1: Herpes

Het eerste geval betreft een hok in de buurt van Brussel waarvan de eigenaar mij consulteerde over de totale ontreddering van zijn oude duiven na de inenting met het vaccin tegen Paramyxo, Herpes en Adeno. Over dit vaccin heb ik u eerder al bericht dat het niet werkt tegen Herpes en ook niet tegen Adeno. Hij had zich wijs laten maken door zijn plaatselijke ‘duivenarts’ dat dit een prima enting was dus zo gezegd, zo gedaan. Hij kwam zo’n kleine 2 maanden geleden met een aantal van zijn geënte duiven naar Breda en vertelde dat praktisch al zijn oude duiven (jongen had hij niet laten enten) al 1 dag na de enting lusteloos waren en in de dagen daarna steeds slechter werden. Er waren er al een stuk of 10 dood van de totaal 200 stuks. Ze waren vrijwel allemaal lusteloos, aten niet of nauwelijks, wilden niet graag opvliegen en vermagerden, uiteraard met groenige slijmerige mest. Nu zal een aantal van u misschien veronderstellen dat er paratyfus zou zijn uitgebroken, maar zo werkt dat niet. Bij paratyfus krijg je nooit zo’n massale snelle uitbraak!
De zieke en dode duiven die ik te zien kreeg in Breda waren suf en sloom en hadden flinke entknobbels. De eenvoudige klinische en microscopische onderzoeken leverden verder geen aanwijzingen op, dus een duif opgestuurd naar Zoolyx in Aalst (B), een laboratorium met veel specifieke duivenkennis en met de modernste onderzoekstechnieken, o.a. PCR.
Uitslag na enkele dagen: Herpes. Niet te geloven hè. Vóór de enting waren de duiven nog in perfecte conditie volgens de eigenaar en ik had geen reden daarover te twijfelen want het is een goede liefhebber. Enfin, de duiven wat ondersteunende preparaten gegeven en een antibioticum om de neveninfecties te bestrijden en gelukkig binnen 12 dagen was de ellende weer opgelost, al kostte het hem wel een 15-tal duiven.

Geval 2: E.coli + Rotavirus

Het tweede geval gaat over een Duitser die “adeno-coli”-verschijnselen met sterfte zag bij zijn jonge duiven die nog amper buiten waren gekomen. Hij belde mij en vertelde dat hij bij een aantal duiven de bekende verschijnselen zag als braken, vieze groengelige mest, waterig met een beetje slijm ook. Er waren 28 jongen doodgegaan en die kwamen uit 10 koppels. Aan de ‘ouder’-duiven was niets te zien. Wij lieten een paar jongen onderzoeken en daar kwam E.coli uit plus Rotavirus. Opmerkelijk was dat van 2 koppels alle jongen dood waren gegaan. Toen hij die 2 ouderkoppels liet onderzoeken kwam daar inderdaad Rotavirus uit. Dat betekent 2 dingen nl. dat Rotavirus circuleert in duivenbestanden zonder dat de oude duiven ziek worden én dat het Rotavirus plotseling kan toeslaan bij tot 30% van de jonge duiven populatie, meestal ná stress met verschijnselen die lijken op het klassieke “adeno-coli”-syndroom zoals wij dat al méér dan 40 jaar kennen!! Grote verschil is dat bij het klassieke “adeno-coli”-syndroom de besmettelijkheid veel groter is en de sterfte geringer.

 

Bijzonder is ook dat de eerste gevallen van Rota uit Australië kwamen met sterfte bij vooral oude duiven (2016). Dit voorval sterkte mij wederom in mijn theorie gebaseerd op 50 jaar praktijkervaring, dat ook dit Rotavirus zoals zoveel van de duivenvirussen, gewoon circuleert in bestanden van oude duiven zonder problemen te geven (latente dragers), waarbij door weerstandsvermindering door onder andere externe factoren als stress, rui van de kleine veertjes aan de kop en hals, bij verduisteren, inentingen, hitte en transport, de ziekte plotseling massaal kan uitbreken. De verwekkers moeten aanwezig zijn en ook nog getriggerd worden anders is zo’n massale plotselinge uitbraak niet te verklaren. Met dit standpunt realiseer ik mij dat ik weer eens een beetje inga tegen de wetenschappelijke opvattingen met name uit Duitsland. Bovendien is zo’n “adeno-coli”-uitbraak met de juiste antibiotica meestal snel te genezen binnen enkele dagen. Deze ondervinding gevoegd bij het feit dat dezelfde jonge duiven wel tot 3x toe “adeno-coli” kunnen krijgen in hun eerste jaar, doet mij besluiten dat het Rotavirusziektebeeld niet hetzelfde is als het klassieke “adeno-coli”-syndroom waarbij ik overigens van mening ben dat de E.coli- en soms enterococcus-stammen veel belangrijker zijn dan het adenovirus.

Geval 3: PMV uitbraak op OLR-hok

Een derde praktijkgeval betreft een One Loft Race-hok in Engeland. Hét probleem op alle OLR’s in de wereld is niet het “adeno-coli”-syndroom maar Paramyxo. Vandaar mijn advies aan de F.C.I. om alleen jonge duiven te accepteren die ouder zijn dan 6 weken en in ieder geval geënt zijn tegen PMV alvorens ze op transport gaan. Vervolgens moeten ze bij aankomst op het OLR-hok zo spoedig mogelijk opnieuw worden geënt tegen PMV.

Alhoewel de organisatie van dit OLR-hok in Engeland dit allemaal keurig geregeld had, kregen ze toch een uitbraak van PMV. Vieze natte mest, veel drinken en een “sterrenkijker”. Dat komt natuurlijk omdat kennelijk de duifjes op het moment van inenten al besmet waren, de zgn. incubatieperiode die tot wel een week of 4-5 kan bedragen. Dat kun je dan dus niet weten maar je merkt het alleen maar omdat de vaccinatie “niet werkt”!
De oplossing bij zulke problemen is dan zieke en verdachte duiven onmiddellijk in quarantaine zetten en opnieuw enten tegen PMV. Dan is er nog veel te redden en stopt de ziekte na een tijdje. Duiven die te mager zijn of draainekken hebben verwijderen, want dat wordt niks meer helaas.
“Adeno-coli” en Rota zien we eigenlijk weinig op deze OLR-hokken en dat is best een beetje merkwaardig!

Ik wens u een goede start van het seizoen 2021.

BELGICA DE WEERD B.V. I Postbus 4607 I 4803 EP Breda I Nederland
T +31 76 560 02 22 I F +31 76 565 35 70 I info@belgicadeweerd.com I www.belgicadeweerd.com